Blog

Schelle, een buurtschap over het spoor in Zwolle, nog voordat Zwolle Zuid gebouwd werd. Ik studeerde en woonde op kamers op nummer 118 in een oud boerderijtje waar ’s nachts de naaktslakken over de vloer kropen. Als ik wakker werd zag de Änte staan, mijn eerste viertje, een witte met achterop de tekst Mien Änte. Nauwelijks gedoe gehad met dat ding maar op de een of andere manier toch afscheid van genomen. Daarna kwam aan bestelänte, een NSU Prinz, tussendoor een hoge 400, daarna een 18pk en weer een viertje, toen een zesje en daarna werd die 18pk op een ander chassis gezet – maar dat was ruim ná Zwolle.

Die bruine 18pk bracht ons na het eindexamen heel Europa door. Freek en ik gingen naar Griekenland met ’t ding. Bij zijn vader, Zakken Sollie in Kampen, hadden we de kleppen gesteld en toen ging er iets mis want het rubbertje dat voor de afdichting zorgt hadden we gekraakt tussen kop en blok. Van Kampen tot Neurenberg lag een oliespoor, echt waar. In Zuid-Duitsland kwamen we erachter dat het echt niet goed was maar Citroën-dealers waren toen ook al niet dik gezaaid in Duitsland dus het duurde liters olie, tot in Villach, Oostenrijk, voor we een dealer vonden die dat brilachtige rubbertje had. Nog mazzel. Monteren was een eitje: kop eraf, rubber ertussen, nu wel opletten en aandraaien. Hoezo momentsleutel? Dat ging op gevoel.

Op gevoel ging het verder. Door de bergen naar Triëst, naar Pula, naaktzwemmen tussen de zee-egels langs de kust van Yugo en door, de hele kust af tot in Montenegro en Albanië. Plaatsen als Podgorica, Budva, wat is het mooi! Door naar Skopje en vlak daarvoor klapten we met beide voorbanden op een weghelft/viaduct dat niet goed aan de weg vastgezet was. De tandjes van dat wegdek zorgden voor twee lekke banden maar op de een of andere manier was het geen probleem, ’t werd gefixed en wij naar Griekenland. Heel de Peloponnesos over, in Korinthe mijn vrouw, nu ex, ontmoet, rond naar Patras en daar de auto geparkeerd voor het politiebureau. Bekeuring natuurlijk en wij niet betalen en daarom akelig zenuwachtig voordat we de boot naar Ancona opgingen! Maar no problem en we vinden allerlei schwitzerdeutsche meisjes.bij het zwembad.

Eenmaal in Ancona aangekomen kregen wij met onze Eend, onze baarden en lange haren de full monty van de Italiaanse douane, zelfs de drugshond ging er doorheen. Zo groen als gras waren we, hadden van z’n leven geen idee waar je hasj of wiet moest kopen, laat staan wat er mee te doen. Wat dat betreft was wiet zoiets als schwitzerdeutsche meisjes. De douane liet ons net zo teleurgesteld gaan en wij naar boven, terug naar Holland, waar carrières wachtten. 

Het achterklepje werd beschilderd met bloemen, de Eend werd ingezet als trouwauto voor zowel vrienden als onszelf en het ding is daarna naar Ermelo geëxporteerd maar de bruine 18pk was niet te handhaven naast de Premie-C koopwoning. Stond te verpieteren in de winter en met kleine kinderen stil staan langs de snelweg bij Amersfoort was het ook niet. Verkocht, jaren niets gedaan en toen kwam er weer eentje, een geel zesje. 

Heel Frankrijk mee rond gerost. Eerst naar Bretagne naar de camping waar mijn vriendinnetje haar jeugd had doorgebracht. Een landgoed met vervallen kasteel, en een Bergerie met Calvados en Moules Frites. De Bretonse lucht boven je hoofd als je in het gras voor je tent ligt, windveren en zon, wat een fijne plek. Na weer zo’n nachtje Bergerie reden we de Eend naar beneden, naar onze plek op 20 minuten lopen. Chauffeur ging links maar daar bleek Marjan te slapen en die werd dan boos dus in de achteruit, het pad weer terug af en opeens stonden we met de neus omhoog.

Het bochtje bleek te kort, de Eend zakte achterwaarts de sloot in. Enigszins beneveld in de miezer uit de wagen gekropen en naar de tent gewandeld. Slecht geslapen want hoe los je dat op? ’s Ochtends al om half negen de Peugeot van schoonmoeder meegenomen, touwtje eraan en zonder nadenken over kromme chassisbalken de Eend uit de sloot getrokken en eervol naar beneden laten rijden. Daarna door naar Biarritz, door de Pyreneeën en via de Route Napoleon weer terug naar Holland. Van die jochies die hun eerste Eend op ooghoogte bekijken en verrast hun moeder vragen wat dat wel was! 

Ook deze Eend stond in de winter buiten en dat wil je niet in de Randstad. Verkocht en ingeruild voor een MX-5. En toch, laatst stond ik bij een klant die in zijn droge kelder een pracht zesje had staan, op originele bandjes, uit ’86, met net 52.000 op de teller. Een rode. We spraken af dat hij me belt als hij ‘m wegdoet. Want nu heb ik in-house parking, de Eend mag binnen staan.